News

Upcoming Temporary Payment Suspension Act 2020 (“COVID-19 Defense”) and Restructuring Outside Bankruptcy Act (WHOA)

23 June 2020 – Tessa de Mönnink

(I) Wetsvoorstel tijdelijke betalingsuitstel 2020

Samenvatting:
met dit wetsvoorstel wordt er een “COVID-19-verweer” geïntroduceerd voor ondernemingen die in liquiditeitsproblemen verkeren als een gevolg van de coronamaatregelen die van overheidswege zijn getroffen.

Achtergrond:
De overheid heeft verschillende maatregelen genomen om liquiditeitsproblemen voor bedrijven als een gevolg van het COVID-19 te beperken. Niettemin is het de verwachting dat de komende tijd meer bedrijven moeite zullen hebben aan hun betalingsverplichtingen te voldoen. Wederpartijen zullen niet altijd medewerking willen verlenen aan een betalingsregeling. Soms zullen zij overgaan tot het aanvragen van faillissement van de niet-betalende partij of met verhaalsactie betaling van hun schuldenaar afdwingen. Om oneigenlijk gebruik te voorkomen van dergelijke instrumenten door schuldeisers, wat mogelijk een domino-effect van faillissementen tot gevolg kan hebben, is op 4 juni 2020 het voorontwerp Tijdelijke betalingsuitstelwet 2020 ter consultatie voorgelegd aan de markt. Het is de verwachting dat het wetsvoorstel al op korte termijn in werking treedt.

Waarom?
Met het wetsvoorstel wil de wetgever schuldeisers weerhouden om instrumenten zoals een faillissementsaanvraag te snel in te zetten om daarmee bedrijven de gelegenheid te geven om in relatieve “rust” weer (volledig) op te starten. Het wetsvoorstel biedt de mogelijkheid om ondernemingen die (direct of indirect) door de beperkende coronamaatregelen in liquiditeitsproblemen zijn gekomen te behoeden voor vermijdbare faillissementen of verhaalsacties van schuldeisers. Het idee hierachter is om schade als gevolg van het coronavirus aan de economie zoveel mogelijk te beperken.

Voor wie?
Het wetsvoorstel heeft betrekking op bedrijven die, als de beperkende overheidsmaatregelen tegen het coronavirus niet waren afgekondigd, niet in liquiditeitsproblemen waren gekomen en hun continuïteit niet in het geding was gekomen.

Inhoud in het kort
Een bedrijf dat geconfronteerd wordt met een faillissementsverzoek door een schuldeiser, krijgt de mogelijkheid om de rechtbank te vragen om de behandeling van dit verzoek aan te houden. Aanhouding kan worden verzocht voor een termijn van maximaal twee maanden. Daarna kan deze termijn op verzoek van de schuldenaar nog twee maal worden verlengd met een termijn van telkens maximaal twee maanden. Dus het gaat om een uitstel van – in totaal – maximaal zes maanden.

Een verzoek tot aanhouding zal alleen slagen als voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • het bedrijf kan zijn betalingsverplichtingen tijdelijk niet voldoen als gevolg van een gebrek aan liquide middelen;
  • de liquiditeitsnood is hoofdzakelijk of uitsluitend ontstaan doordat het bedrijf vanwege de beperkende maatregelen die de overheid in verband met het coronavirus sinds 16 maart jl. heeft afgekondigd, zijn bedrijfsvoering niet (volledig) heeft kunnen voortzetten;
  • vóór de afkondiging van de beperkende maatregelen was geen sprake van financiële problemen;
  • het bedrijf heeft verdiencapaciteit en toekomstperspectief; en
  • de schuldeiser die het faillissementsverzoek heeft ingediend, wordt met de aanhouding niet wezenlijk en onredelijk in zijn belangen geschaad

De rechtbank zal een aanhoudingsverzoek – net als nu ook het geval is bij het faillissementsverzoek zelf – beperkt toetsen. Dit betekent dat de rechtbank na een kort – maar kritisch – onderzoek moet kunnen vaststellen of voldaan is aan bovenstaande voorwaarden. Om de rechtbank in staat te stellen dit onderzoek te verrichten, zal de schuldenaar zijn verzoek goed moeten onderbouwen en ook moeten voorzien van onderliggende documenten.

Gedurende de aanhouding van het faillissementsverzoek kan de betreffende schuldeiser niet overgaan tot beëindiging, opschorting of ontbinding van zijn overeenkomst(en) met de schuldenaar.

Als het aanhoudingsverzoek wordt toegewezen, dan kan de verzoeker de rechtbank onder andere ook vragen om te bepalen dat de schuldeiser die het faillissementsverzoek heeft ingediend, ook zijn bevoegdheid tot uitwinning van zekerheden (pand- en/of hypotheekrechten) op goederen van de schuldenaar niet langer kan uitoefenen zonder machtiging van de rechtbank.

Status en verwachte inwerkingtreding:
Voor het wetsvoorstel gold een hele korte consultatieperiode, tot 11 juni 2020. Om nut te hebben tijdens de COVID-19 crisis zal de wet naar verwachting snel daarna in werking treden. De wet blijft in ieder geval van kracht tot 1 oktober 2020, en kan vervolgens telkens verlengd worden met een termijn van twee maanden.

Voor meer informatie: https://www.internetconsultatie.nl/betalingsuitstelwet

(II) Wetsvoorstel herstructurering buiten faillissement (WHOA)

Samenvatting:
de WHOA is al langer in de maak maar in de huidige COVID-19 crisis actueler dan ooit. Herstructureringsexperts en advocaten dringen aan op een zeer snelle invoering.

Achtergrond:
De Tweede Kamer heeft dinsdag 26 mei 2020 de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) aangenomen, die moet helpen voorkomen dat in de kern gezonde bedrijven failliet gaan. Met deze wet zou het proces van herstructurering van bedrijven vergemakkelijkt moeten worden. Gezien de huidige COVID-19 crisis wordt uitgekeken naar een snelle invoering van deze wet.

Voor wie?
Het voorstel WHOA is bedoeld voor bedrijven die op zichzelf rendabel zijn, maar door een te zware schuldenlast of te hoge structurele kosten een sanering van schulden en verplichtingen nodig hebben om te voorkomen dat zij in surseance van betaling of faillissement komen.

Inhoud in het kort
Voor die situatie maakt het voorstel het mogelijk dat de rechtbank een akkoord over het herstructureren en saneren van schulden goedkeurt. Door de goedkeuring worden alle schuldeisers en aandeelhouders van het bedrijf gebonden aan de inhoud van het akkoord, ook degenen die tegen hebben gestemd. Dit wordt ook wel een dwangakkoord genoemd.

Vorderingen en andere rechten van werknemers op grond van arbeidsovereenkomst blijven van rechtswege buiten het akkoord. In Nederland ontbreekt momenteel een wettelijke regeling voor een dwangakkoord buiten faillissement.

Met dit voorstel krijgen bedrijven die vanwege een te zware schuldenlast insolvent dreigen te raken maar beschikken over bedrijfsactiviteiten die nog wel levensvatbaar zijn een sterkere positie. Hiermee wordt het reorganiserend vermogen van deze bedrijven versterkt. Als bedrijven op basis van de WHOA op een effectieve wijze geherstructureerd kunnen worden zal dat waarschijnlijk leiden tot een daling van het aantal uitgesproken faillissementen.

Status en verwachte inwerkingtreding:
Het voorstel (EK, A) is op 26 mei 2020 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. Het voorbereidend onderzoek door de Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) vond plaats op 9 juni 2020. Nu vanwege de coronacrisis veel ondernemingen op omvallen staan is er op een versnelde invoering aangedrongen, waardoor de WHOA mogelijk in de zomer van 2020 in werking treedt.

Voor meer informatie: https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?id=2019Z14770&dossier=35249  en https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/35249_wet_homologatie_onderhands

Tessa de Mönnink

Partner/advocaat