Nieuws

1. Pensioenontslag

Onder de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) zal per 1 juli 2015, tenzij (individueel of collectief) schriftelijk anders is overeengekomen, de werkgever de arbeidsovereenkomst van een werknemer op kunnen zeggen tegen of na de dag waarop de werknemer recht krijgt op een uitkering op grond van de AOW of op grond van een afwijkende pensioenregeling (artikel 7:669 lid 4 BW).
Instemming van de werknemer of een gang naar het UWV of de kantonrechter is niet nodig. Het moet wel gaan om een arbeidsovereenkomst die is aangegaan vóór het bereiken van de AOW- of pensioengerechtigde leeftijd.
Ook als de werknemer na het bereiken van de AOW- of pensioengerechtigde leeftijd nog een tijd doorwerkt kan de werkgever op ieder moment zonder toestemming opzeggen.

2. Pensioenontslagbeding

Het is ook nog steeds mogelijk om een pensioenontslagbeding in de arbeidsovereenkomst overeen te komen. Op basis van dit beding zal het dienstverband van rechtswege eindigen bij het bereiken van de AOW- of pensioengerechtigde leeftijd.
Als de werknemer vervolgens hierna doorwerkt ontstaat een nieuwe arbeidsovereenkomst. Toepassing van het pensioenontslag van artikel 7:669 lid 4 BW is dan niet meer mogelijk. De arbeidsovereenkomst is immers niet voor de AOW- of de pensioengerechtigde leeftijd aangegaan. Deze werknemer geniet dan dus de reguliere ontslagbescherming.

3. Pensioenontslagbeding opnemen of niet?

Het in de arbeidsovereenkomst niet opnemen van een pensioenontslagbeding levert de meeste flexibiliteit op omdat het pensioenontslag kan worden verleend op ieder moment tegen of na de dag waarop de werknemer recht krijgt op een uitkering op grond van de AOW of op grond van een afwijkende pensioenregeling.

4. Transitievergoeding

Als de arbeidsovereenkomst eindigt in verband met of na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd is geen transitievergoeding verschuldigd (artikel 7:673 lid 7 onder b BW).

5. Opzegverboden

De meeste opzegverboden die gelden op grond van artikel 7:670a lid 2 onder e BW, waaronder ziekte en lidmaatschap of kandidatuur voor de OR, gelden bij het pensioenontslag niet. Voorwaarde is wel dat de opzegging geen verband houdt met de omstandigheden waarop de opzegverboden zien.