Nieuws

Reclame door internetapotheken – II

11 oktober 2021 – Silvie Wertwijn

In onze nieuwsbrief van september vorig jaar besteedden wij al aandacht aan het oordeel van de Rechtbank in Den Haag over de online internetapotheek dokteronline.nl. 

In 2017 en 2018 werden door de Minister voor Medische Zorg aan de exploitant van deze website (“Dokteronline”), gevestigd op Curaçao, diverse boetes opgelegd voor (1) het zonder vergunning aanbieden van zogenoemde UR- en UA-geneesmiddelen en het maken van reclame voor dergelijke geneesmiddelen, alsmede (2) de online verkoop van geneesmiddelen aan Nederlandse consumenten, terwijl zij niet beschikt over het verplichte EU-logo voor de online verkoop van geneesmiddelen.

Tegen die boetes werd door Dokteronline bezwaar ingediend. Deze werden echter ongegrond verklaard, waartegen Dokteronline weer in beroep ging. Zoals in de eerdere nieuwsbrief besproken, heeft de rechtbank Den Haag op 8 januari 2020 het beroep ongegrond verklaard. Hiertegen heeft Dokteronline echter weer hoger beroep ingesteld.

Op 30 juni 2021 heeft de hoogste bestuursrechter, de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, geoordeeld dat de Minister in 2017 en 2018 terecht twee boetes heeft opgelegd aan Dokteronline.

Het is de eerste keer dat geoordeeld is dat de Nederlandse Geneesmiddelenwet van toepassing kan zijn bij een website van een in het buitenland gevestigde onderneming, in casu dus Curaçao.

Verder geeft de Afdeling nadere invulling aan de begrippen “te koop aanbieden” en “verkoop op afstand”. Volgens Dokteronline moest onder het begrip “te koop aanbieden” worden verstaan het rechtstreeks aanbieden van geneesmiddelen zonder tussenkomst van een arts of apotheker. Dit was naar mening van Dokteronline op haar website niet aan de orde, nu uit de tekst van de website en de algemene voorwaarden bleek dat een apotheek de geneesmiddelen zou verkopen en leveren. Volgens Dokteronline fungeerde zij daarom alleen als een doorgeefluik, zoals bij andere online platforms, zoals booking.com en thuisbezorgd.nl het geval is, waarbij betalingen in dit geval werden doorgegeven aan de apotheek. In dat verlengde stelde zij dat, nu zij geen geneesmiddelen te koop aanbiedt, haar ook niet kan worden verweten dat haar website niet beschikt over het EU-logo voor online aanbieders van geneesmiddelen.

De Afdeling overweegt dat het begrip “te koop aanbieden” niet is gedefinieerd in de Geneesmiddelenwet noch in Europese regelgeving, maar dat in de wetsgeschiedenis van artikel 61, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet de Minister heeft toegelicht dat het verbod op het te koop aanbieden van UR- of UA-geneesmiddelen betrekking heeft op het rechtstreeks te koop aanbieden aan eindgebruikers.

Naar het oordeel van de Afdeling dient de vraag of sprake is van het rechtstreeks te koop aanbieden van UR- of UA-geneesmiddelen aan eindgebruikers beoordeeld te worden aan de hand van alle feiten en omstandigheden van het geval. De door een aanbieder zelf gegeven juridische kwalificatie van de dienstverlening, zoals bijvoorbeeld verwoord in de disclaimer of algemene voorwaarden, is hierbij niet maatgevend maar alleen één van de omstandigheden die bij die beoordeling wordt meegewogen. Deze uitleg past naar mening van de Afdeling bij het belang van de volksgezondheid dat de Geneesmiddelenwet en Europese regelgeving beogen te beschermen. Gelet op de ernstige gevolgen die een verkeerd of overmatig gebruik van geneesmiddelen voor de gezondheid kan hebben, rechtvaardigt deze doelstelling een feitelijke en ruime uitleg van het begrip “te koop aanbieden”.

In casu kon een Nederlandse consument rechtstreeks op de website van Dokteronline een order plaatsen voor een UR- of UA-geneesmiddel (inclusief consult), waarbij de consument de op de website vermelde prijs voor dit geneesmiddel (inclusief consult) aan Dokteronline betaalde. In het merendeel van de gevallen hoefde de consument voor, tijdens en na het plaatsen van de order zelf geen actie naar derden toe te ondernemen om de levering van een door Dokteronline op de website aangeboden geneesmiddel aan te kopen en geleverd te krijgen. Naar mening van de Afdeling onderscheidt Dokteronline zich daarom in zijn werking en presentatie slechts in zeer ondergeschikte mate van andere websites die producten rechtstreeks aan consumenten te koop aanbieden.

De Afdeling komt tot het oordeel dat Dokteronline aldus UR- en UA-geneesmiddelen online rechtstreeks aan eindgebruikers te koop heeft aangeboden (“verkoop op afstand”) en daarmee zonder vergunning UR-/UA-geneesmiddelen heeft aangeboden, alsmede daarvoor (en zelfs voor geneesmiddelen zonder handelsvergunning) ook reclame heeft gemaakt, hetgeen ontoelaatbaar is. Nu sprake is van het online ter verkoop aanbieden van geneesmiddelen had Dokteronline ook in het bezit moeten zijn van het benodigde EU-logo.

Silvie Wertwijn

Advocaat/partner