Nieuws

Aanpassen or-reglement en instemmingsrecht beloningsregelingen

8 maart 2022 – Barbara Spliet

Vanaf 1 januari 2022 is de WOR aangepast als volgt:

  • De wettelijke termijnen voor het actief kiesrecht (het zelf kunnen stemmen) en het passief kiesrecht (zich verkiesbaar stellen) waren ten minste 6 maanden in dienst van de werkgever voor het actief kiesrecht en ten minste 12 maanden voor het passief kiesrecht. Nu geldt voor beide 3 maanden. De mogelijkheid om via het reglement van de ondernemingsraad deze termijn te verlengen of verkorten blijft bestaan.
  • Uitzendkrachten kregen voorheen na 24 maanden medezeggenschapsrechten, maar dit is verkort tot 15 maanden. Ook hier blijft de mogelijkheid om de termijn te verlengen of verkorten bestaan.
  • Voor vaste commissies was de hoofdregel dat een meerderheid van de leden lid van de ondernemingsraad moet zijn. Per 1 januari geldt dat naast een of meer leden van de ondernemingsraad nu andere in de onderneming werkzame personen zitting kunnen hebben in een vaste commissie.

Wij raden aan te bezien of het wenselijk is de bestaande termijnen voor actief en passief kiesrecht in het ondernemingsraad reglement aan te passen. Dit zal dan in ieder geval moeten gebeuren voor de eerstvolgende verkiezingen.

Versoberen jubileumuitkering niet instemmingsplichtig

Het Hof in Amsterdam kwam recent tot de uitspraak dat het wijzigen van de jubileumuitkering geen instemmingsplichtig besluit op grond van artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden is. Het Hof vond de uitkering een eenmalige beloning voor een langdurig dienstverband en daarmee onderdeel van het loon. Wanneer deze uitkering (deels) wordt vervangen door een individueel opleidingsbudget – zoals door de werkgever werd voorgesteld – wordt de systematiek van het beloningssysteem niet aangepast. Ook is geen sprake van een besluit tot wijziging van een regeling op het gebied van de personeelsopleiding, omdat de voorgenomen wijziging alleen bepaalt dat aan de jubilaris een individueel opleidingsbudget toekomt in plaats van de uitkering van een extra maandsalaris. Het gaat wederom dus om de hoogte van de beloning en niet om het regelen van de inhoudelijke aspecten van de opleidingsregeling. Er is in dit geval ook sprake van een wijziging van primaire arbeidsvoorwaarden en daarover bestaat geen instemmingsrecht voor de COR. Voor de volledige uitspraak zie: Gerechtshof Amsterdam, 14-12-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:4012.

Hoewel het algemeen vast staat dat het instemmingsrecht van artikel 27 lid 1 sub c WOR alleen van toepassing is bij de wijziging van het beloningssysteem zelf en niet de hoogte van de beloning, blijkt die scheidslijn in de praktijk nog niet zo makkelijk te maken, vandaar dat daar met enige regelmaat over wordt geprocedeerd, zoals ook blijkt uit deze uitspraak.

Barbara Spliet

Advocaat/partner