Nieuws

Update distributie

September 2020 – Tessa de Mönnink

Je kan niet altijd opzeggen volgens de opzeggingsregeling in het contract en een internet platform restrictie kan ook geldig zijn voor niet luxe producten

 

In een uitspraak van Rechtbank Amsterdam van 18 augustus 2020 heeft zij een contractuele opzeggingsregeling, waarin de Value Added Reseller Agreement (een zogenaamde “VAR”) met een opzegtermijn van 6 maanden kon worden opgezegd opzij gezet omdat deze naar haar oordeel onaanvaardbaar was naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. De lange duur van de relatie, te weten 16 jaar, speelde hierin een belangrijke factor. Hierbij speelde ook een rol dat er geen zwaarwegende grond zou zijn voor de door de leverancier gewenste opzegging. Zelfs de verlengde termijn van 13 maanden die door de leverancier werd gerespecteerd werd niet als afdoende gezien door de rechtbank. Deze uitspraak onderschrijft het belang dat een leverancier (heel) voorzichtig te werk moet gaan als zij een distributierelatie wenst te beëindigen. Zelfs als het contract voorziet in een opzeggingsregeling is de opzegging volgens deze bepaling niet altijd toegestaan.

Het Hof Amsterdam oordeelde in een arrest van 14 juli 2020 dat de werking van het Coty-arrest niet alleen geldt voor luxe producten, maar ook van toepassing kan zijn op niet luxe producten (in dit geval: Nike gympen) die via een selectief distributiestelsel worden verkocht. In het Coty-arrest heeft het Europese Hof van Justitie bepaald dat onder omstandigheden een leverancier van luxe producten die deze verkoopt via een selectief distributiestelsel, internet platform restricties kan opleggen aan haar distributeurs. Dit blijkt dus ook het geval te zijn voor niet luxe producten. De vraag of het Coty-arrest ook zou kunnen gelden voor andere – niet-selectieve – distributiestelsels blijft nog onbeantwoord. Misschien dat de nieuwe groepsvrijstelling verticale overeenkomsten hierop een antwoord zal geven. De huidige groepsvrijstelling (met de bijbehorende richtsnoeren) is sinds 2010 van toepassing en verloopt formeel in 2022. De Europese Commissie evalueert de groepsvrijstelling op dit moment. Na afronding van de evaluatie kan de Commissie besluiten de verordening te laten verlopen, te verlengen of te wijzigen. Een definitief besluit hierover wordt op korte termijn verwacht.

Tessa de Mönnink

Partner/advocaat