Nieuws
Update over de nederlandse franchise code
22 april 2016 – Tessa de Mönnink
Inleiding en achtergrond
De franchise branche in Nederland is al enige tijd druk met de Nederlandse franchise code, waaraan sinds begin 2015 is gewerkt door een Schrijfcommissie, bestaande uit twee leden die franchisenemers belangen zouden behartigen, twee leden die franchisegevers belangen zouden behartigen, hierbij ondersteund door twee leden die geleverd werden vanuit het Ministerie van Economische Zaken.
De werkzaamheden verricht door de Schrijfcommissie hebben in eerste instantie geleid tot de presentatie van een consultatieversie van de Nederlandse Franchise Code op 16 juni 2015, waarna belanghebbenden een termijn van (slechts) zes weken kregen om input te leveren op deze code. Deze werkwijze heeft geleid tot veel kritiek vanuit de zijde van franchisegevers, die zich niet gehoord voelden en die geen mandaat hadden gegeven voor de verregaande verplichtingen die vervat waren in de betreffende code. Ook andere partijen zoals brancheverenigingen e.d. maakten bezwaren tegen de code.
Op 3 september 2015 werd er een debat georganiseerd door het Ministerie van Economische Zaken voor genodigden vanuit de branche, tijdens welk debat een 30-tal franchiseformules hun ernstige bezwaren kenbaar hebben gemaakt aan Minister Kamp ter zake van het proces rondom en inhoud van de NFC. Minister Kamp heeft vervolgens besloten dat er verder gewerkt zou worden aan de code, door diezelfde Schrijfcommissie, met meer ondersteuning vanuit het Ministerie van Economische Zaken. Dit proces heeft geleid tot de huidige versie van de Nederlandse Franchise Code (NFC) die op 17 februari 2016 is aangeboden door de Schrijfcommissie aan Minister Kamp.
Draagvlak?
In de NFC staat dat er tijdens het schrijfproces sprake was van “vertegenwoordigers van franchisegevers en franchisenemers”. Onvermeld blijft dat het gaat om een zeer beperkte groep. Voorts was de inspraakmogelijkheid voor franchisegevers zeer beperkt te noemen.
Verder spreekt de NFC van “breed gedragen opvattingen”. Ook hieruit is niet af te leiden dat de NFC is opgesteld door een Schrijfcommissie die hiervoor geen enkel mandaat heeft verkregen vanuit franchisegeverszijde en voorts bestond uit leden die hierin op persoonlijke titel zaten. Om te spreken van “breed gedragen opvattingen” is derhalve niet correct.
Geschil beslechtende instantie?
Op diverse plekken in de NFC wordt gerefereerd aan een geschil beslechtende instantie, zonder dat hierover op dit moment iets bekend is. Verder is het nooit duidelijk gemaakt c.q. geworden waarom de gewone Nederlandse burgerlijke rechter niet zou volstaan bij franchisegeschillen.
Inhoud NFC: verregaande bescherming positie franchisenemers
De NFC wijkt op verschillende – nogal belangrijke – punten af van de heersende jurisprudentie in Nederland, dit in het voordeel van franchisenemers, onder andere indien prognoses niet worden gehaald maar ook ter zake van de mogelijkheden voor een franchisegever om een franchiseovereenkomst te beëindigen en door de introductie van “goodwill” bij beëindiging.
De NFC interfereert met interne commerciële en financiële aangelegenheden binnen formules, onder andere door het verbieden van activiteiten onder hetzelfde merk of concurrerende activiteiten onder een ander merk en het nodig hebben van instemming voor onderwerpen die een materieel effect hebben. Het is overigens de vraag of deze beperkingen mededingingsrechtelijk wel zijn toegestaan.
Verder geeft de NFC franchiseverhoudingen een “status aparte” ten opzichte van andfere verhoudingen doordat er in beginsel niet dient te worden afgeweken van boek 3 en boek 6 van het Nederlands burgerlijk wetboek, dit in combinatie met een nogal dwingend “pas toe of leg uit” principe.
Al met al biedt de NFC franchisenemers een (veel) grotere bescherming dan eindconsumenten en werknemers in Nederland genieten en tevens een veel grotere bescherming dan met franchisenemers te vergelijken figuren genieten, zoals distributeurs, handelsagenten en franchisenemers. De vraag is of er hiervoor enige rechtvaardiging bestaat.
Ondertussen wordt er in de NFC verwezen naar een nog niet bekende geschillenregeling, een onbekende geschil beslechtende instantie en bestaat er onduidelijkheid over wat de werking en toepasselijkheid van de NFC is, nu zij immers door een beperkt aantal betrokkenen is opgesteld en het onbekend is of er überhaupt wel een (breed) draagvlak bestaat voor de NFC.
Betrokkenheid (buitenlandse) formules?
Wat zeer opmerkelijk is in het gehele traject is dat Economische Zaken en de door haar benoemde Schrijfcommissie zich zo weinig gelegen laat liggen om de daadwerkelijk belanghebbenden, de franchiseformules, actief te betrekken bij het proces. Zo bestaat er geen Engelse vertaling van de NFC – en ook al eerder niet van de consulatie versie – zodat buitenlandse formules zich hieromtrent niet goed kunnen informeren. Verder blijkt regelmatig – door contact te hebben met diverse formules – dat een heel groot deel van de in Nederland opererende franchiseformules amper of niet op de hoogte zijn van de ontwikkelingen rondom de NFC, die, als zij geïmplementeerd gaat worden, een grote impact kan gaan hebben op de bedrijfsvoering van formules, met name in relatie tot hun franchisenemers.
