Nieuws
Zelfreguleringsproces franchise
16 december 2015 – Tessa de Mönnink
De franchise branche in Nederland is verdeeld, er bestaat onvoldoende draagvlak voor de concept Nederlandse Franchise Code; biedt de alternatieve DFA Gedragscode Franchise misschien nog een uitweg?
De meeste franchiseformules zijn het onderling wel eens; de NFC is een onwerkbare code, die meer leidt tot polarisatie dan tot vereniging. Dit terwijl franchise een ultieme vorm van samenwerking is. De Vereniging DFA heeft op 20 november jl. een alternatieve franchisecode gepresenteerd aan de franchisebranche, is dit wellicht een reëel en bruikbaar alternatief?
Inleiding en achtergrond
De Vereniging voor Distributie, Franchise en Agentuur (Vereniging DFA) heeft onder andere tijdens bijeenkomsten georganiseerd door het Ministerie van EZ en middels de (gepubliceerde) reacties op de concept Nederlandse Franchise Code (concept NFC) en ook in de media, gezien hoe de branche worstelt met de consultatieversie van de concept NFC. Zij constateert dat er voor die code niet voldoende draagvlak bestaat bij de franchisegevers, terwijl dit voor het welslagen van de werking ervan noodzakelijk is. Daarnaast meent de Vereniging DFA dat de voorliggende consultatie versie van de concept NFC te omvangrijk, niet evenwichtig en niet praktisch genoeg is en te veel afbreuk doet aan de contractsvrijheid van partijen.
Daarom heeft de Vereniging DFA, die als één van haar statutaire doelstellingen heeft de kwaliteit van de rechtspraktijk te bevorderen op het gebied van onder andere franchising in nationaal en internationaal verband, een breed samengestelde afvaardiging uit haar leden gevraagd een alternatieve gedragscode franchise te ontwikkelen, die aan deze bezwaren tegemoet komt.
De concept NFC
Sinds 16 juni jl. ligt de concept NFC ter consultatie voor op initiatief van het Ministerie van Economische Zaken. De bedoeling van de concept NFC is om uitwassen en frauduleuze praktijken in de franchise sector uit te bannen. De concept NFC schiet evenwel dit doel volledig voorbij. De concept NFC is een gedetailleerd document, met een uitvoerige toelichting, maar bol van ruime en open normen, die tot discussie kunnen (en zullen) leiden. De bescherming van franchisenemers in de concept NFC gaat verder dan die van distributeurs, licentienemers en handelsagenten.
De concept NFC stelt dat verlenging van een franchiseovereenkomst “niet op onredelijke gronden” geweigerd kan worden. De contractsvrijheid komt hiermee in het geding en dit is daarnaast strijdig met de in de rechtspraak ontwikkelde leer dat duurovereenkomsten in beginsel altijd opzegbaar zijn. Wat is verder “een onredelijke grond”? De concept NFC beperkt franchisegevers in hun recht ‘majeure aangelegenheden’ aangaande de franchiseformule op eigen houtje te besluiten. Dit is een vergaande beperking van de autonomie van franchisegevers en ook vanuit commercieel oogpunt onwenselijk. Immers zo kan er een deadlock ontstaan, een formule kan niet mee met zijn tijd en de concurrentiepositie wordt bemoeilijkt. Ook bepaalt de concept NFC dat door franchisegever verzamelde consumentendata beschikbaar moet worden gesteld aan franchisenemer. Dit gaat voorbij aan de substantiële investeringen die franchisegevers veelal doen in loyaliteits- en klantenprogramma’s en het feit dat het benaderen van consumenten vanuit zowel de zijde van franchisegever als franchisenemer tot verwarrende situaties kan leiden, nog los van het risico dat de uniformiteit van de formule hieronder kan lijden.
Uit deze voorbeelden blijkt dat de balans tussen de wederzijdse belangen niet gevonden is. Het concept hinkt op twee gedachten en wil enerzijds regelen hoe twee professionele partijen zich zakelijk hebben te verhouden – bijvoorbeeld door overleg over majeure wijzigingen in de franchiseformule – en anderzijds franchisenemers te beschermen door een vergaande zorgplicht bij franchisegevers te leggen. Het is de vraag of de branche met deze aanpak verder komt. Opmerkelijk is dat in de voorgenomen consultatieronde buitenlandse franchiseformules die in Nederland opereren, überhaupt niet aan bod lijken te komen nu de concept NFC alleen in het Nederlands is opgesteld en Economische Zaken het kennelijk niet nodig acht buitenlandse franchiseformules te betrekken in de discussie. Verder zijn er nog steeds veel vraagtekens rondom de juridische status en afdwingbaarheid van de concept NFC.
Recente ontwikkelingen
De afgelopen maanden is gebleken dat er geen draagvlak bestaat onder franchiseformules voor de concept NFC die thans voorligt. De Vereniging DFA heeft op 20 november jl. de DFA Gedragscode Franchise aangeboden aan de franchise sector in Nederland. De volledige versie hiervan is in te zien via: http://www.vereniging-dfa.nl/dfa-gedragscode-franchise/.
Bij het opstellen van deze “alternatieve gedragscode franchise’’ heeft de Vereniging DFA getracht om de gedragscode eenvoudig, evenwichtig en in de praktijk werkbaar te laten zijn, toepasselijk te laten zijn op alle vormen van franchise en geen dwingend keurslijf te laten zijn, dat te veel ingrijpt in de contractsvrijheid van partijen, maar dat wel aangeeft hoe partijen, franchisenemer en franchisegever, zich ten opzichte van elkaar zouden moeten gedragen.
De Vereniging DFA hoopt dat de franchise branche haar voordeel kan doen met de DFA Gedragscode Franchise en dat deze de branche verder helpt. Het zal interessant zijn om te zien of de branche de DFA Gedragscode Franchise aangrijpt als uitweg uit de complexe discussie die thans gevoerd wordt over een (nieuwe) gedragscode franchise. Wij zullen u hier uiteraard van op de hoogte houden!
Tessa de Mönnink is partner bij De Grave De Mönnink Spliet Advocaten en Voorzitter van de Vereniging voor Distributie, Franchise en Agentuurrecht. Zij schreef dit artikel op persoonlijke titel.
