Nieuws

Reorganisatie: nieuwe regels gepubliceerd door UWV

september 2020 – Barbara Spliet

UWV heeft nieuwe uitvoeringsregels gepubliceerd met betrekking tot een ontslag om bedrijfseconomische redenen. Deze regels gelden per 1 september 2020.

De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de oude regeling zijn de volgende:

1. Opzegverbod en bedrijfsbeëindiging

UWV verleent geen toestemming aan de werkgever om de arbeidsovereenkomst op te zeggen als sprake is van een zogenaamd “tijdens”-opzegverbod. Gedacht kan worden aan ziekte en zwangerschap. Een tijdens-opzegverbod geldt echter niet als sprake is van beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming. In de nieuwe Uitvoeringsregels is dit verder uitgewerkt. Zo hoeft de onderneming niet al daadwerkelijk geheel te zijn beëindigd. UWV licht toe dat bijvoorbeeld om fiscale redenen of omdat er nog pensioengelden in de onderneming zitten, er geruime tijd kan verstrijken tussen het beëindigen van de werkzaamheden van de onderneming en de daadwerkelijke bedrijfsbeëindiging.

2. Overbruggingsregeling transitievergoeding vervallen 

In de Wet werk en zekerheid was een tijdelijke overbruggingsregeling transitievergoeding opgenomen voor kleine werkgevers die wegens een slechte financiële situatie moesten inkrimpen. Voor hen gold een andere (voor de werkgever gunstigere) berekening van de transitievergoeding. Met ingang van 1 januari 2020 is deze tijdelijke overbruggingsregeling komen te vervallen en zo ook de regelgeving in de Uitvoeringsregels.

3. Overheidswerkgever

Door invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren zijn enkele aanpassingen in de Uitvoeringsregels gedaan, bijvoorbeeld dat een overheidswerkgever inzicht moet geven of een ontslagaanvraag een gevolg is van een democratisch genomen besluit. In dat geval wordt dat besluit bij de beoordeling van de bedrijfseconomische reden niet getoetst. Ook wordt duidelijk gemaakt wie als overheidswerkgever worden aangemerkt.

Tevens is duidelijk gemaakt dat wanneer een onderneming deel uitmaakt van een groep, de werkgever ook de herplaatsingsmogelijkheden bij andere onderdelen van de groep moet betrekken, maar dat een publiekrechtelijke rechtspersoon geen onderdeel uitmaakt van een dergelijke groep.

Tot slot is nader toegelicht hoe de duur van het dienstverband wordt berekend als een ambtenaar met een arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2020 op basis van een aanstelling werkzaam was. In die situatie worden de periodes van de aanstelling en de arbeidsovereenkomst samengeteld.

Klik hier [link is https://www.uwv.nl/werkgevers/overige-onderwerpen/achtergrondinformatie-ontslag-via-uwv/detail/uitvoeringsregels-bedrijfseconomische-redenen] voor de meest recente versie van de uitvoeringsregeling van UWV.

Barbara Spliet 

Partner/advocaat