Nieuws

Werken met zelfstandigen na de Uber-uitspraak

18 maart 2025 – Barbara Spliet

Recent heeft de Hoge Raad in een zaak met betrekking tot de taxichauffeurs van Uber bevestigd dat de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst of van een opdrachtovereenkomst afhankelijk is van een integrale weging van alle relevante omstandigheden, waaronder ook die van het ondernemerschap. Daarbij is de ene omstandigheid niet belangrijker dan de andere, maar dit moet in onderlinge samenhang worden beoordeeld. Wat relevante omstandigheden zijn heeft de Hoge Raad eerder al uiteengezet in het Deliveroo-arrest:

  1. Aard en duur van de werkzaamheden;
  2. De manier waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald;
  3. De inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht;
  4. Het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren;
  5. De wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen tot stand is gekomen;
  6. De wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd;
  7. De hoogte van de beloningen;
  8. Loopt degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico;
  9. Of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt;

Onderdeel van de beoordeling is dus onder meer het ondernemerschap. Daarbij mag ook worden gekeken naar aspecten van ondernemerschap buiten de specifieke werkzaamheden voor de opdrachtgever. Denk dan bijvoorbeeld aan de hoeveelheid opdrachtgevers iemand heeft en het lopen van ondernemers risico. Zo kan het zijn dat bij twee medewerkers die bij eenzelfde partij voor hetzelfde werk worden ingezet, de ene als een zelfstandige zou kunnen worden aangemerkt en de andere niet, bijvoorbeeld wanneer er in dat geval minder sprake is van ondernemerschap. Het blijft dus neerkomen op een individuele beoordeling van alle omstandigheden.

Nu de belastingdienst het handhavingsmoratorium heeft opgeheven en vanaf dit jaar weer direct correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen loonheffingen kan opleggen is het voor organisaties nog meer van belang oog te hebben voor het te voeren beleid rondom werken met zelfstandigen. Voor zover dat nog niet is gebeurd raden wij dan ook aan de contracten maar ook de feitelijke werkwijze van de zelfstandigen die voor uw organisatie worden ingezet goed tegen het licht te houden.

Arbeidsrecht

Barbara Spliet

Advocaat/partner