Nieuws

Franchise problematiek: het doorvoeren van wijzigingen in de franchiseformule

20 februari 2015 – Tessa de Mönnink

Een franchisenemer is een vrije ondernemer maar in sterke mate gebonden aan de voorschriften van de franchisegever. Dat is begrijpelijk met het oog op het in stand houden van een krachtige formule. Maar tijden veranderen en zo ook de economie. Dit kan ertoe leiden dat de franchiseformule aanpassing verdient om succesvol te blijven. Een wijziging van de franchiseovereenkomst en/of het handboek is dan vaak noodzakelijk.

Een ondergeschikte eenzijdige formulewijziging door de franchisegever is in beginsel toegelaten. Deze zullen ook niet tot problemen leiden omdat deze in de regel de franchisenemer geen geld kosten en de formule ten goede komen. Let wel, ondergeschikte wijzigingen worden in de rechtspraak – soms zeer – beperkt uitgelegd.

Problemen ontstaan bij meer substantiële formulewijzigingen. Indien in de franchiseovereenkomst geen wijzigingsbepaling is opgenomen, dienen alle franchisenemers met een wijziging akkoord te gaan. Uit (recente) rechtspraak volgt dat verkregen toestemming in het verleden geen garantie is voor de toekomst.

Het Hof van Amsterdam (NJF 2014/289, Spare Rib Express) oordeelde in 2014 over de vraag of een tegenstemmende franchisenemer wel of niet gebonden was aan een door de meerderheid van de franchisenemers goedgekeurde aanvullende marketingvergoeding. De franchiseovereenkomst bevatte niet een wijzigingsbepaling. Echter, de franchisenemer in kwestie (en alle andere franchisenemers) hadden een soortgelijke vergoeding wel al drie jaar op een rij betaald na goedkeuring in de jaarvergadering van de franchisenemers. De franchisegever stelt (o.a.) dat de redelijkheid en billijkheid meebrengen dat de franchisenemer gehouden is tot continuering van de betaling. Daarnaast geeft de franchisegever aan dat de marketingkosten uit 1997 – het jaar van de franchiseovereenkomst – anders zijn dan anno 2012 en het dus in het franchiseketenbelang is dat de franchisenemer gebonden is aan het meerderheidsbesluit. Het laatste argument faalt omdat de franchisegever onvoldoende heeft onderbouwd dat de overeengekomen marketingvergoeding niet toereikend is. Echter, ook het eerste argument faalt en het hof beslist dat de franchisenemer niet langer de aanvullende marketingvergoeding hoeft te betalen.

De consequentie van deze uitspraak zou kunnen zijn dat de franchisegever besluit om de aanvullende marketingactiviteiten in de toekomst te staken. In zo’n situatie is niet alleen de franchisegever de ‘verliezer’ van de zaak. Immers, de overige franchisenemers die wel hebben ingestemd met het wijzigingsvoorstel zullen dit betreuren.

Als uw franchiseovereenkomst geen wijzigingsbepaling bevat maar wel wijzigingen worden doorgevoerd die genomen zijn door de meerderheid van de franchisenemers, dan is het dus van belang toch het akkoord van alle franchisenemers te verkrijgen. Daarnaast is het bij eenmaal verkregen toestemming van belang dat de wijzigingen goed schriftelijk worden vastgelegd. Denk hierbij aan de reikwijdte/duur van de wijziging en geef aan of het een wijziging of een aanvulling van de franchiseovereenkomst is. Zoals hierboven aangegeven strekt dit niet alleen ter behartiging van de belangen van de franchisegever maar ook vaak het belang van de franchisenemer.

Als er wel een wijzigingsbepaling is opgenomen in de franchiseovereenkomst is het van belang deze strikt te volgen. Indien dat niet wordt gedaan is het namelijk mogelijk om in een soortgelijke situatie terecht te komen als de bovenstaande.

Tessa de Mönnink

partner/advocaat