Nieuws

Hof Arnhem bevestigt in recent arrest: een omzetprognose is geen garantie voor franchisenemers

8 maart 2022 – Annelies van Zoest

Het is inmiddels ons stokpaardje. Franchisenemers kunnen niet zomaar hun tegenvallende omzetresultaten afwentelen op de franchisegever. In onze nieuwsbrief van 23 juni 2020 hebben wij stilgestaan bij de vaste rechtspraak in de franchisepraktijk: omzetprognoses in aan franchisenemers verstrekte vestigingsplaatsonderzoeken (VPO’s) kunnen niet automatisch als inkomensgarantie worden opgevat. In een recent arrest van het Hof te Arnhem is dit opnieuw bekrachtigd.

Franchisenemer in hoger beroep

In deze zaak had de franchisegever een VPO van een extern bureau verstrekt aan de franchisenemer. Het onderzoeksbureau had de marktgebieden waaruit de vestiging klanten zou kunnen halen in kaart gebracht en hieraan koopkrachtbindingspercentages gekoppeld. Op deze basis waren omzetten voorspeld, waarbij duidelijke marges waren opgenomen.

De gerealiseerde omzetten van de franchisenemer vielen na verloop van tijd lager uit. De franchisenemer hield franchisegever en het onderzoeksbureau aansprakelijk voor schade en beriep zich o.a. op dwaling, bedrog, fraude en onrechtmatig handelen. De franchisenemer werd in eerste instantie in het ongelijk gesteld en ging in hoger beroep. Ook daar ving de franchisenemer bot.

Tegenrapporten van tafel – geen “harde wetenschap”

Zoals in veel prognosezaken bracht de franchisenemer tegenrapporten in van deskundigen waarin het VPO en de gehanteerde methodes van het onderzoeksbureau zwaar werden bekritiseerd. Het Hof maakt hiermee korte metten: een verschil van inzicht in hoe een VPO wordt ingericht en hoe de marktgebieden moeten worden afgebakend, wil niets zeggen over onjuistheid van het rapport of ondeskundigheid van het onderzoeksbureau. Dit is “geen harde wetenschap” aldus het Hof.

Onderzoeksplicht franchisenemer

Het Hof rekende de franchisenemer aan dat deze zelf geen enkel eigen onderzoek had verricht of laten verrichten in het beoogde gebied. Hiervoor was voldoende tijd beschikbaar gesteld, voordat de franchiseovereenkomst werd getekend. In de nieuwe Wet franchise is hiervoor inmiddels een verplichte termijn van vier weken ingesteld. Ook de eigen onderzoeksplicht voor franchisenemers is nu wettelijk vastgelegd.

Onwenselijke gevolgen

Er zijn nooit echte winnaars in prognosezaken. Jarenlang procederen, hoge kosten die niet kunnen worden verhaald en een enorme hoeveelheid tijd en negatieve energie voor beide partijen. De langdurige onzekerheid van de uitkomst van zo’n procedure is onwenselijk, zowel voor de franchiseorganisatie, onderzoeksbureaus, als voor de ex-franchisenemer die vaak na verloop van tijd zijn werkzame leven opnieuw heeft ingericht. Helaas biedt de Wet franchise waarschijnlijk onvoldoende richting om hieraan een einde te brengen.

 

Annelies van Zoest

Advocaat/partner