Nieuws

Aanpassingen Benelux regelgeving inzake merken

April 2019 – door Silvie Wertwijn en Micheline Don

Op basis van de nieuwe Europese Merkenrichtlijn (Richtlijn (2015/2436) betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten) en de verdere harmonisatie van het merkenrecht op EU niveau is het Benelux Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom aangepast en op 1 maart 2019 in werking getreden. De belangrijkste wijzigingen luiden als volgt.

1.    Merken kunnen voortaan ook anders dan grafisch worden weergegeven

Tot 1 maart 2019 kon een merk alleen geregistreerd worden indien dit merk grafisch voorstelbaar was. Nu is deze eis van grafische voorstelbaarheid komen te vervallen. Voorwaarde is wel dat het teken op precieze en duidelijke wijze wordt omschreven en vastgelegd. Zo kan nu een klankmerk worden geregistreerd op basis van een MP3 bestand in plaats van een notenbalk.

 

2.    Duidelijke en nauwkeurige omschrijving van waren en diensten

Het vereiste van duidelijke en nauwkeurige omschrijving van waren en diensten in de merkregistratie wordt conform het bekende IP-Translator arrest (HvJEU, C 307/10, 19 juni 2012) gecodificeerd.
 

 

3.    Uitbreiding van de uitsluitingsgronden voor vormmerken 

De huidige wetgeving sluit registratie als merk uit voor driedimensionale vormen in het geval dat de vorm

(a) wordt bepaald door de aard van de waar, of
(b) noodzakelijk is om een technisch resultaat te verkrijgen, of
(c) een wezenlijke waarde aan de waar geeft.

In de praktijk betekent dit dat een vorm doorgaans niet geschikt is om als merk geregistreerd te worden, maar ook dat als het merk niet uit een vorm bestaat, maar uit (andere) kenmerken dan de vorm die ook door de aard van de waar worden bepaald, die wezenlijke waarde aan de waar geven of die noodzakelijk zijn voor een technische uitkomst, het merk wel gewoon geregistreerd zal kunnen worden.

In de nieuwe situatie zijn de uitsluitingsgronden daarom uitgebreid. Indien een ander kenmerk dan de vorm door de aard van de waar bepaald wordt, wezenlijke waarde aan de waar geeft of noodzakelijk is voor een technische uitkomst, kan een teken niet langer als merk worden geregistreerd. Ook andere kenmerken van waren, in het geval deze inherent zijn aan de waar, worden dus uitgesloten – zoals kleur.

 

4.     Regeling voor inschrijving certificeringsmerken 

Onder de oude wetgeving werd onderscheid gemaakt tussen twee soorten merken, namelijk de individuele merken en collectieve merken. Het individuele merk wordt gebruikt om de eigen producten of diensten van de merkhouder te onderscheiden van die van anderen. Een collectief merk wordt gebruikt ter onderscheiding van één of meer gemeenschappelijke kenmerken van producten en/of diensten onderscheidt. Denk bijvoorbeeld aan de ECHTE BAKKER en de KEURSLAGER; het zijn keurmerken.  De merkhouder gebruikt het merk niet zelf, maar houdt toezicht dat de gebruikers van het keurmerk aan bepaalde vastgestelde voorwaarden voldoen (bijvoorbeeld kwaliteitscriteria en eisen aan het productieproces).

In de nieuwe situatie gaat het collectieve merk “certificeringsmerk” heten en houdt in dat de producten of diensten van de gebruikers van het merk aan bepaalde eisen voldoen, die vooraf door de merkhouder zijn vastgesteld. Het collectieve merk dient na 1 maart van dit jaar om aan te geven dat producten of diensten afkomstig zijn van een bedrijf dat aangesloten is bij een bepaalde organisatie. De houder moet een vereniging of een publiekrechtelijke rechtspersoon zijn en kan een geografische herkomstaanduider zijn. Het is typisch een soort merk dat wordt gebruikt door verenigingen van producenten, bijvoorbeeld een groep landbouwers uit een bepaalde streek.

 

5.    Versterking/uitbreiding rechten merkhouder en verweerder

Met de nieuwe regelgeving is de positie van de merkhouder op verschillende punten versterkt. Zo heeft de merkhouder de mogelijkheid gekregen om op te treden tegen gebruik van een merk in vergelijkende reclame, tegen voorbereidende handelingen bij dreigende inbreuk en tegen namaakgoederen in transit vastgelegd.
 
Anderzijds zijn de mogelijkheden voor verweerder om bewijs van instandhoudend gebruik te vragen uitgebreid en zijn de voorwaarden voor refererend merkgebruik aangescherpt. Bovendien is optreden door de merkhouder voortaan niet alleen uitgesloten tegen gebruik van beschrijvende tekens, maar ook tegen gebruik van (anderszins) niet-onderscheidende tekens.

Silvie Wertwijn

Partner/advocaat

Micheline Don

Partner/advocaat