Nieuws

Onrechtmatig verkregen bewijs 

7 juni 2022 – Yvette Kouwenberg

Onrechtmatig verkregen bewijs telt binnen het arbeidsrecht in het algemeen gewoon mee omdat de waarheidsvinding dan opweegt tegen het recht op privacy. In een recente uitspraak oordeelde de kantonrechter in Den Haag echter anders. In die zaak had een werkgever een aantal telefoongesprekken van een verkoopmedewerker heimelijk opgenomen. Op basis van de opnamen werd de verkoopmedewerker in kwestie op staande voet ontslagen. 

Aan het maken van een geluidsopname is op grond van de AVG een aantal voorwaarden verbonden. Zo moet dit onder meer een vooraf bepaald doel dienen (bijvoorbeeld ter verbetering van de dienstverlening) en moet het maken van een geluidsopname noodzakelijk en proportioneel zijn (dat wil zeggen dat het doel niet op een andere wijze kan worden bereikt en het middel in verhouding staat tot het doel). Bovendien mag het heimelijk opnemen van telefoongesprekken alleen in een uitzonderlijke situatie plaatsvinden. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever in kwestie hier niet aan had voldaan en schoof de opnamen ter zijde nu deze onrechtmatig waren verkregen. Daarmee hield het ontslag op staande voet geen stand. 

In een eerdere zaak bij de kantonrechter in Utrecht kreeg een werkgever ook al nul op rekest toen hij het emailgebruik van een van zijn werknemers had gemonitord en naar aanleiding daarvan een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst had ingediend. De kantonrechter vond dat de werkgever niet goed duidelijk kon maken of de (wijze van) monitoring wel met de vereiste waarborgen had plaatsgevonden. Zodoende kon volgens de kantonrechter niet worden vastgesteld of het bewijs wel rechtmatig was vergaard en werd het ontbindingsverzoek uiteindelijk afgewezen.

Of op basis van deze uitspraken kan worden geconcludeerd dat er sprake is van een gewijzigde lijn in de rechtspraak valt zeer te betwijfelen. Het geeft echter wel aan dat privacy binnen het arbeidsrecht aan terrein wint en dat zorgvuldigheid in dat opzicht steeds dient te worden betracht, waaronder ook in het kader van dossieropbouw, zodat een eventuele discussie over de bewijsvergaring zoveel mogelijk wordt beperkt. 

Yvette Kouwenberg

Advocaat/partner