Arbeidsrecht
Het arbeidsrecht is continu in beweging, met diverse nieuwe wetgeving op het gebied van voor onder meer ontslag en flexibele arbeid. Wij richten ons op arbeidsrecht in de meest brede zin, waaronder individuele en collectieve ontslagen (reorganisaties), wijziging van arbeidsvoorwaarden en non-concurrentie bedingen. Ook op het gebied van flexibele arbeidsrelaties en opdrachtovereenkomsten beschikken we over ruime ervaring. Onze cliënten zijn zowel nationale en internationale werkgevers, (statutair) directeuren en werknemers, in vrijwel alle sectoren van de economie.

Renzo Ter Haseborg
partner/advocaat

Barbara Spliet
partner/advocaat

Yvette Kouwenberg
partner/advocaat
Nieuws
Disfunctioneren: inzicht in het verbetertraject
Bij disfunctioneren door de werknemer kan onder omstandigheden grond zijn voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Wil een ontbindingsverzoek slagen, dan moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan.
Werken met en als zelfstandige(n)
Op dit moment geldt de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) om de werkrelatie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers te (helpen) duiden. In de praktijk heeft de wet helaas niet de duidelijkheid gebracht die vooraf was beoogd.
Nieuwe wetgeving: verbod op nevenwerkzaamheden, tenzij objectieve reden
Per 1 augustus 2022 is het wetsvoorstel tot implementatie van de Richtlijn betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie van kracht. Dit heeft onder meer geleid tot de invoering van een nieuw artikel 7:653-a BW.
Studiekosten verhalen nog maar beperkt mogelijk
Het was – met name bij de meer kostbare opleidingen – vrij gebruikelijk dat werkgevers met werknemers de afspraak maakten dat de werknemer bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst (een deel van) de studiekosten zou terugbetalen. Per 1 augustus 2022 zorgt de Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden er voor dat de mogelijkheid om studiekosten op de werknemer te verhalen sterk wordt beperkt
Onrechtmatig verkregen bewijs II
De eventuele onrechtmatigheid van bewijs is in principe ondergeschikt is aan de waarheidsvinding binnen het arbeidsrecht. In een zaak bij de rechtbank Noord-Holland werd onlangs opnieuw een punt van de toelaatbaarheid van het bewijs gemaakt, zij het summier. In die kwestie klokte de betreffende werknemer na binnenkomst op het werk met zijn persoonlijke pas in, logde vervolgens in op zijn computer om hierna regelmatig het werk weer via een nooduitgang (zonder paslezer) te verlaten.